Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, is een virale infectieziekte die het centrale zenuwstelsel aantast. Het wordt veroorzaakt door het rabiësvirus, dat behoort tot de familie van de Rhabdoviridae. De ziekte komt vooral voor bij zoogdieren, waaronder honden, katten, vleermuizen en wilde dieren zoals vossen en jakhalzen. Voor mensen is rabiës bijzonder gevaarlijk: zonder tijdige behandeling is de ziekte vrijwel altijd dodelijk.
Verspreiding en besmetting
Het virus wordt overgedragen via het speeksel van een besmet dier, meestal door een beet, soms door krabben of likken op open wondjes. In de meeste gevallen raken mensen besmet na contact met honden, vooral in landen waar zwerfhonden veel voorkomen en vaccinatie van huisdieren niet vanzelfsprekend is. In Europa komt besmetting vooral voor via vleermuizen of tijdens reizen naar risicogebieden in Azië, Afrika en Latijns-Amerika.
Symptomen
De incubatietijd van rabiës – de periode tussen besmetting en de eerste symptomen – varieert van enkele dagen tot meerdere maanden, afhankelijk van de plaats van de beet en de hoeveelheid virus die is overgedragen. De eerste symptomen lijken vaak onschuldig: koorts, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid. Later ontstaan er ernstige neurologische klachten zoals angst, hallucinaties, moeite met slikken (waardoor het bekende "watervrees" ontstaat), verlammingen en uiteindelijk coma. In een gevorderd stadium is rabiës niet meer te behandelen en leidt het vrijwel altijd tot de dood.
Behandeling en preventie
De sleutel tot overleving is snelle medische actie na mogelijke blootstelling. Dit heet postexpositieprofylaxe (PEP). Die bestaat uit:
- Grondige wondreiniging: direct wassen met water en zeep, gedurende minstens 15 minuten.
-
Vaccinatie: een reeks van rabiësvaccins toegediend binnen enkele dagen.
-
Toediening van rabiës-immunoglobuline (RIG): indien het slachtoffer nog niet eerder gevaccineerd is.
Als deze stappen snel worden ondernomen – bij voorkeur binnen 24 tot 48 uur – is de ziekte goed te voorkomen.
Vaccinatie
Voor mensen die naar risicogebieden reizen of beroepsmatig met dieren werken (zoals dierenartsen of speleologen) wordt preventieve vaccinatie aangeraden. Dit bestaat uit een serie van injecties vóór vertrek. Hoewel dat de ziekte niet volledig voorkomt na besmetting, verkort het de behandeling achteraf en voorkomt het de noodzaak voor immunoglobulines, die in sommige landen moeilijk verkrijgbaar zijn.
Conclusie
Rabiës is een van de dodelijkste infectieziekten ter wereld, maar ook een van de meest te voorkomen. Snelle actie bij blootstelling is cruciaal, net als goede voorlichting en vaccinatie van dieren en risicogroepen. Reizigers naar gebieden waar rabiës voorkomt doen er goed aan zich vooraf goed te informeren en bij twijfel altijd medische hulp in te schakelen.